Meer havisten en vwo’ers naar het mbo

Een groeiend aantal jongeren kiest halverwege of aan het eind van de havo of het vwo voor een studie op het mbo. ,,Belangrijk is dat de student op de juiste plek terecht komt.’’

Havisten en – in mindere mate – vwo’ers die naar het mbo gaan, zijn er altijd geweest. Maar de groep neemt gestaag toe. Vorig studiejaar ging het om 15.166 leerlingen, volgens voorlopige cijfers van de MBO Raad staat de teller nu al op 17.672. Zo groeide de instroom van havo- en vwo-leerlingen sinds 2020 elk jaar met zo’n tweeduizend. Populairste opleidingen zijn pedagogisch werk, verpleegkundige, business services, maatschappelijke zorg en ondernemer horeca/bakkerij.

Het gaat om studenten met en zonder havo- of vwo-diploma: een overgangsbewijs naar klas vier is voor deze groep voldoende om toegelaten te worden. Voor leerlingen die spaak lopen op de havo of het vwo is de overstap naar het mbo vaak aantrekkelijker dan zittenblijven. ,,Soms hebben deze studenten het gevoel dat ze afstromen, maar wij willen ze liever het gevoel geven dat ze doorstromen’’, zegt Carlo Segers, bestuurslid van de Friese mbo instelling Firda.

De doelgroep is meer dan welkom. Veel scholen voor middelbaar beroepsonderwijs zien het aantal studenten dalen, terwijl er ondertussen een groot tekort aan vakmensen is. Om die reden investeerde demissionair onderwijsminister Robbert Dijkgraaf fors in het aantrekkelijker maken van het mbo. In oktober stuurde hij alle eindexamenleerlingen op havo en vwo nog een brief met een oproep om ook eens aan een mbo-studie te denken: ‘staar je niet blind op de zogenaamde ‘hoogte’ van de opleiding’.

,,De arbeidsmarkt staat te springen om vakmensen en dan helpt de boodschap van Dijkgraaf enorm’’, zegt Segers. ,,De ouder die tien jaar geleden nog dacht ‘iedereen moet naar de havo’, dat beeld is aan het kantelen. Vakmanschap is weer hip onder jongeren. Vakmanschap wordt ook goed betaald. Als afgestudeerde mbo’er in de installatietechniek valt er een dikke boterham te verdienen. Niet alles wat ‘hoger’ is, is beter. Belangrijk is dat de student op de juiste plek terechtkomt.’’

Bij Firda is het aantal havisten, vwo’ers én hbo’ers het afgelopen jaar gegroeid van ‘pakweg 600 naar rond de 1100’. Naast het verbeterde imago heeft Segers nog twee andere mogelijke verklaringen voor de toename. ,,De havisten die van hbo zijn overgestapt naar mbo hebben hun diploma gehaald in de coronaperiode. Ze hebben leerachterstanden opgelopen en geen centraal examen gedaan of in aangepaste vorm, waardoor ze minder goed geëquipeerd aan het hbo zijn begonnen.’’

Daarbij is de doorstroom van het mbo naar het hbo volgens Segers aanzienlijk verbeterd. ,,Procentueel gezien zijn er meer mbo’ers die hun hbo-diploma halen binnen de gestelde tijd dan havisten.’’ In Friesland wordt deze route nog aantrekkelijker gemaakt met de oprichting van ‘lycea’ voor de kansrijke sectoren in de regio: techniek, zorg, gastvrijheid en groen. De doorlopende beroepsgerichte leerlijn mbo-hbo wordt verbeterd, eventuele dubbelingen, zoals praktijkervaring, gaan eruit. Iemand kan zo een mbo4-diploma en een AD (een tweejarige hbo-opleiding) afronden in vijf jaar in plaats van zes.

,,Wij waren de toestroom van havisten al wel een beetje gewend’’, zegt Edith Fernandes, teamleider van de opleidingen Food Innovation en Water, Aarde en Klimaat bij Aeres. Deze mbo-instelling waar ze zich bezighouden met actuele onderwerpen als innovatie, duurzaamheid en klimaat zag – tegen de trend in – het aantal nieuwe studenten dit studiejaar groeien van 366 naar 385. ,,Wij zitten tussen alfa- en bèta-opleidingen in. Je moet er echt iets mee hebben en dan trek je al gauw ook studenten van de havo. Zij kiezen voor de praktische aard van het mbo, willen naar buiten, dingen doen, iets betekenen.’’

Ook Fernandes is blij dat het imago van het mbo aan het kenteren is. ,,De blik op wat een mbo’er kan, is aan het veranderen. Op mijn opleiding stroomt zo’n 60 procent door naar het hbo, de rest gaat aan het werk. Het bedrijfsleven merkt nu ook dat een mbo’er zich prima kan redden op een plek waar ze eigenlijk een hbo’er voor hadden bedacht. Een mbo’er is veel meer dan de uitvoerder, dan simpel alleen de ‘handjes’.’’


Bron: Leeuwarder Courant
Gepubliceerd: 13-01-2024